Tekens in het verkeer voor de ruiter

 Ruiters weten vaak veel van het verkeer, maar helaas weet de gemiddelde verkeersdeelnemer weinig van paarden in het verkeer.

Ze rijden vaak met hoge snelheid rakelings langs je paard, toeteren of geven extra gas. Ook losse dekzeilen van klepperende aanhangwagens kunnen je paard behoorlijk laten schrikken.

Blijft iemand te dicht achter je aanrijden, stop dan en laat hem passeren.

Als je in groepsverband rijdt, houd er dan altijd rekening mee dat je paard een kuddedier is. Als de rest van de groep de kruising kan oversteken, en jij niet, kan dat voor gevaarlijke situaties zorgen. Maak dus goede afspraken en blijf dicht bij elkaar.

Rijd je over een weg achter elkaar, zorg dan dat de onderlinge afstand  groot genoeg is dat auto kan invoegen.

Anticiperen:

Bedenk dat je op een levend wezen zit. Ben attent en voorbereid op wat er KAN gebeuren. Er kunnen zich verschillende situaties voordoen, en jij moet vooraf bedenken hoe jij- en hoe je paard kan reageren, en hoe de andere verkeersdeelnemers op jou reageren.

  • Waarnemen: opmerken van alle informatie die je nodig hebt voor het oplossen van een situatie. Bijvoorbeeld een naderende ambulance of brandweerauto met sirenes – waar komt hij vandaan en waar gaat hij naartoe
  • Voorspellen: hoe zal het overige verkeer op ons reageren
  • Beoordelen: breng ik iemand anders of mezelf in gevaar
  • Beslissen: wat ga ik doen, wat is de beste oplossing
  • Handelen: doen wat je denkt dat het beste is
  • Bij twijfel: geef je verstand voorrang.