Etiquette – of hoe we met elkaar omgaan.
Natuurlijk houd je rekening met andere ruiters en aanspanningen, groet elkaar en vraag toestemming om te mogen passeren in stap.
We moeten ons echter ook goed realiseren dat er nog meer recreanten in het bos zijn: wandelaars, met kinderen of honden, fietsers, mountainbikers en zelfs motorcrossers.
Zeker wandelaars en fietsers zijn vaak angstig als je vlak langs hen rijdt. Doe dat dus rustig in stap, ook al lopen ze op jouw favoriete galoppeer pad, en groet ze.
Houd ook rekening met het onvoorspelbare gedrag van kinderen en loslopende honden.
Niet de wedstrijdruiter, maar jij als recreant bent de paardensporter die het publiek het makkelijkst tegenkomt. Een slechte ervaring kan bepalend zijn voor de opvatting over de paardensport en haar beoefenaars, zowel in beleefdheid – je zit hoog te paard of op je rijtuig – als in dierenwelzijn.
Geniet van de natuur maar houdt ook rekening met anderen
Loopt het ruiter- of menpad vlak langs een fietspad, en is het pad modderig of juist stoffig, ga dan niet op het fietspad rijden. Houdt ook rekening dat je de wandelaars of fietsers niet nat spat of in een wolk van stof achterlaat.
Kruisingen met wandel- fiets of mountainbikepaden doe je in stap.
Dat heeft 2 redenen: je rijdt het pad niet kapot en je voorkomt dat je iemand (bijna) omver rijdt.
Wandelaars en fietsers maken vaak ook gebruik van het ruiter- of menpad. Hou daar rekening mee, zowel in je tempo als in de reactie van je paard.
Gevaarlijker wordt het als ouders de kinderen heerlijk in het mulle zand laten spelen, vooral net na een bocht. Probeer de ouders vriendelijk duidelijk te maken dat dit best een risico is. Laat je paard alleen aaien als je zeker weet dat dit verantwoord is.
Discussie: of het nu met een boze wandelaar is, of de eigenaar van een loslopende hond in een gebied waar dat niet mag, realiseer je dat je een ambassadeur van onze sport bent. Laat je dus niet verleiden tot een verhitte discussie, blijf beleefd en vervolg je weg.
Aanspanningen: De rechterzitplaats op de achterbank van een rijtuig geldt als de belangrijkste ereplaats, gevolgd door de linker zitplaats op de achterbank. Vervolgens de rechterzitplaats op de voorbank en als laatste de linker zitplaats p de voorbank. Als er geen autoriteit is uitgenodigd, wordt de ereplaats normaliter toegewezen aan de oudste passagier.